Gunstige resultaten voor het klimaat, dat is kort gezegd de conclusie van een landbouwpraktijkproef. Sinds 2019 worden er al bijbehorende gegevens verzameld.
Bleckwedel – Al enkele jaren loopt er in Bleckwedel, een wijk van Visselhövede, een landbouwpraktijkproef. Het idee hierachter is om aanknopingspunten te krijgen voor een klimaatvriendelijke landbouw. Sinds 2019 verzamelen Jan de Groot, Paul Wacker en Samuel Kruse-Pralle informatie voor een onderzoeksproject waarbij de grondstoffen van een biogasinstallatie van de moderne melkveehouderij worden behandeld met een speciaal middel van Rinagro. Op deze manier wil men een klimaatvriendelijkere behandeling van biomassa bereiken. ‘We zijn tevreden met de resultaten van de praktijkproef in Bleckwedel,’ vat Kruse-Pralle tijdens een erfbezoek als eerste conclusie samen.
Dankzij de methode kan de verwerkte dunne fractie zonder bodemverdichting tot gevolg, prachtig worden verspreid over de akkers en weilanden. Dit hebben de biogasonderzoekers getest op de percelen van boer Jan de Groot. ‘Met een slangsysteem en een sleepvoetbemester kan zeer efficiënt worden gewerkt met ruime tijdvensters. Zo komt de mest precies daar terecht waar de plant het direct kan opnemen,’ legt Kruse-Pralle ter plaatse uit.
Er is wat tijd nodig voordat de directe omgeving deze voedingsstoffen met zijn microbiële gemeenschap kan verwerken. Het microbioom is als het ware het bodemleven rondom de gewassen, dat de voedingsstoffen überhaupt bruikbaar maakt voor de planten.
Agrariër Jan de Groot heeft in een test biogasresten in de opslagtank voorbereid voor het bodemleven en de planten. Vooraf heeft hij aan de mest – dus aan de organische mest, zoals dierlijke mest, compost, of digestaat – stoffen toegevoegd die de biochemische processen op gang brengen. Deze processen stoppen de uitstoot, wat leidt tot een microbiële binding van de voedingsstoffen. Hierdoor ontsnapt het klimaatschadelijke gas niet in de atmosfeer, maar wordt het als voedingsstof door de planten opgenomen en opgeslagen – zo leggen de betrokkenen het proces uit.
Of deze technologie waarmaakt wat ze belooft, werd op zijn beurt onderzocht in een aparte praktijkproef. Het experiment werd wetenschappelijk begeleid door de Ingenieurgemeinschaft für Landwirtschaft und Umwelt (Iglu). Analyses werden uitgevoerd naar de minerale stikstofvoorraad in de bodem, de beschikbaarheid van nitraat in het blad, en er vond handmatige oogst en weging plaats.
De resultaten zijn bevredigend en tonen aan dat de voedingsstoffen sneller en gelijkmatiger beschikbaar zijn voor de planten. Als risicomanagement is Samuel Kruse-Pralle overtuigd van het belang van dit systeem. ‘De omgeving wint in elk geval,’ prijst de inwoner van Schwitschen.