Het is waardevol om cijfers te vergelijken en van elkaar te leren. Drie melkveehouders vertellen over de bewezen meerwaarde van hun studieclub.
Wie verder kijkt dan zijn eigen bedrijf, verbreedt zijn horizon. Door deel te nemen aan een studieclub kunnen agrarische ondernemers hun kennis vergroten en hun bedrijfsvoering optimaliseren. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door bedrijfseconomische cijfers met elkaar te vergelijken en van elkaars sterke en minder sterke punten te leren. Dat kan helpen bij het maken van belangrijke keuzes op je eigen bedrijf en het voorkomt bedrijfsblindheid.
Bij een ander over de schutting kijken
Vaak is het een combinatie van redenen die melkveehouders ertoe beweegt deel te nemen aan een studieclub. Dat zegt Rick Hoksbergen van Alfa Accountants en Adviseurs. “Een boer vindt het leuk om bij een ander over de schutting te kijken. Daarnaast geeft het een mooie stimulans om actief met je eigen cijfers aan de slag te gaan. Wanneer je een concreet doel voor ogen hebt, is het bovendien goed om een bepaalde groepsdruk te ervaren. Dat houdt je scherp.”
Hoksbergen merkt dat melkveehouders het interessant en leerzaam vinden om bij goed presterende collega-boeren op excursie te gaan. “Veel boeren staan ervoor open om van elkaar te leren. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van de sector.”
‘Studiegroep helpt ons met efficiëntieslag’
Met zijn deelname aan het project Vruchtbare Kringloop Noord Nederland (VKNN) wil Hette Hettinga mineralen efficiënter benutten.
Samen met zijn broer Paulus is Hette Hettinga in 2015 begonnen met melken op een boerderij in Doniaga. De Hettinga’s vinden het belangrijk om een goed evenwicht te vinden in de mineralenstroom op hun bedrijf. De handvatten die binnen de studieclub worden aangereikt helpen hen daarbij.
‘Bij het vergelijken van de cijfers van de KringloopWijzer hopen we te bevestigen dat we op de goede weg zitten’
De broers zijn fanatieke weiders. Dit jaar zijn ze begonnen met modern omweiden. 25 hectare grasland is opgedeeld in 42 kleine stukken. De dieren gaan iedere dag naar een ander perceel, waar ze gras van 20 centimeter krijgen voorgeschoteld. “Dit beweidingssysteem sluit aan op het project en past bij ons bedrijf. De grasopname is uitstekend. De koeien vreten het gras erg graag.”
De jongveeopfok is uitbesteed. Al het ruwvoer is bedoeld voor de melkveestapel. Daarbij kiezen de broers voor een simpel rantsoen, met een minimale input van bijproducten. Ze maken twee grote lasagnekuilen, zodat ze een constant rantsoen kunnen voeren. De deklaag van aardappelvezels is bedoeld voor een goede conservering. Dat is meteen het enige bijproduct. Hettinga: “We hebben het gevoel dat we op de goede weg zitten met onze efficiëntieslag. Bij het vergelijken van de cijfers van de KringloopWijzer hopen we dat binnenkort bevestigd te zien.”
Bron: Boerderij.nl – 4 nov 2017
Redacteur: Bouke Poelsma